De negen kamers - Peter-Paul Rauwerda

Gepubliceerd op 29 mei 2022 om 11:25

Op de kaft

"Jonas heeft al tijdenlang vreselijke hoofdpijnen. Juist op het moment dat hij alleen thuis is, worden ze vrijwel ondraaglijk en gebeuren er rare dingen. 's Nachts wordt er ingebroken en de inbreker laat een groot boek achter over een huis dat onverwacht verschijnt. Als later op de dag eenzelfde huis op een braakliggend veldje opdoemt, is zijn nieuwsgierigheid gewekt en besluit hij naar binnen te gaan. Terwijl zijn hoofd bonkt, zwerft hij door de kamers van het mysterieuze huis waar zich gebeurtenissen en verhalen ontrafelen die heen en weer deinen tussen droom en werkelijkheid."

Het aperçu

We volgen het verhaal van de zeventienjarige Jonas, die graag leest en een levendige fantasie heeft. Jonas wordt bovendien ook al enige maanden door hevige hoofdpijn geteisterd. Op een dag, wanneer hij toevallig het huis voor zich alleen heeft, wordt er ingebroken. Er wordt echter niets gestolen, integendeel de inbreker heeft een gigantisch zwart boek achtergelaten, met daarbij een briefje waarop staat Maak dit boek open en je leven zal vergoed veranderen”. Jonas’ nieuwsgierigheid neemt de bovenhand en hij opent het boek, het beschrijf een huis, met op de eerste pagina een gedicht over de kamers:

Eén kamer is alleen maar schijn                             
Eén kamer geeft plezier en pijn
Eén kamer eet en laat je eten
Eén kamer speelt met je geweten
Eén kamer valt niet te ontvluchten
Eén kamer zweeft op wolkenluchten
Eén kamer laat de warmte stromen
Eén kamer geeft je toekomstdromen
Eén kamer is nog onbekend
Die zal bepalen wie je bent

Kort nadat het boek in Jonas’ woonkamer verscheen ziet hij het bewuste huis staan in zijn eigen straat. Met achter één van de ramen een bloedmooi meisje. Hij is vastberaden het huis binnen te komen. Bij verder onderzoek rondom het huis ontmoet hij een dwerg die ooit een reus was, de dwerg waarschuwt hem om het huis niet binnen te gaan, want wie binnengaat komt nooit meer terug buiten. Jonas negeert de waarschuwing en gaat verder op onderzoek. In het bos achter het huis ontdekt hij een ouderwetse kermis, gebouwd van immens grote exemplaren van zijn kinderspeelgoed. Waarna hij uiteindelijk een manier vindt om het huis binnen te gaan.

“Wie oog heeft voor het onmogelijke kan het zien en alleen wie echt slim en moedig is kan het binnengaan.”

“Eén kamer is alleen maar schijn.”
De eerste kamer die Jonas ziet is een exacte replica van zijn eigen woonkamer. Twee acteurs zijn een toneelstuk aan het instuderen, ze spelen Jonas’ ouders. In geacteerde stukjes komen we te weten dat hij lijdt aan een ernstige ziekte. Maar Jonas verloochend de uitlating. Het is niet echt, dat zijn zijn ouders niet.

“Eén kamer geeft plezier en pijn.“
De tweede kamer is een bibliotheek met boeken die tot leven komen en zich gedragen als het genre dat ze zijn. Waar ook de maniakale tweeling, Edo en Ode, verblijven. Ze vinden boeken leugens en willen Jonas’ hersenen zuiveren van die malicieuze geschriften door hem te opereren. Anna, het meisje uit het raam, redt hem en neemt hem mee naar de derde kamer.

“Eén kamer eet en laat je eten.”
De derde kamer is de eetzaal, waar Jonas een overmaat aan eten voorgeschoteld krijgt. Waarna hij een bedwelmend gevoel krijgt en flauwvalt.

“Eén kamer speelt met je geweten.”
Jonas wordt wakker in de decadente Stad van Goud waar hij in een arena moet vechten tegen wilde dieren. Samen met zijn medegevangene, Wieland, ontsnapt hij via het riool naar een verscholen theater wat de vierde kamer van het huis blijkt te zijn. Hij bouwt een trap van boeken en vlucht.

“Eén kamer valt niet te ontvluchten.”
Tijdens het nemen van een bad in zijn eigen huis, voert het water hem mee naar de vijfde kamer. Een ruimte gevuld met water en vissen, waar Anna bijna verdrinkt.

“Eén kamer zweeft op wolkenluchten.”
Jonas en Anna zien zichzelf in spiegels als dansende geliefden. In de zachte zesde kamer komen ze tot rust. De twee vallen samen in slaap terwijl het hemelbed verandert in een luchtballon en opstijgt. Ze zweven over steden, vertellen elkaar verhalen en kussen.

“Eén kamer laat de warmte stromen.”
Jonas ontwaakt in het ziekenhuis na een zware operatie. In het bed naast hem ligt Anna, die later op de avond verdwijnt. Jonas ontvlucht het ziekenhuis en vindt in zijn broekzak een sleutel, waarmee hij de zevende kamer van het huis binnenkomt. Daar ontmoet hij Anna’s vader, een glasblazer. In de glazenbollen die hij blaast ziet Jonas mogelijke versies van zijn eigen toekomst, terwijl sommige van die bollen spontaan uiteen spatten. Met behulp van de glazenbollen komt hij dan uit bij de achtste kamer.

“Eén kamer geeft je toekomstdromen.”
De achtste kamer is de torenkamer, waar Anna opgesloten zit met huisarrest. Onderweg naar de negende kamer worden zij en Jonas telkens ouder tot ze beide volwassenen zijn. Anna legt hem uit dat enkel twee geliefden samen de deur van de negende kamer kunnen openmaken, dat ze dan samen kunnen ontsnappen en ‘lang en gelukkig’ kunnen leven.

Eén kamer is nog onbekend
Die zal bepalen wie je bent.

Jonas vraagt Anna of ze ziek zijn en of ze eigenlijk nooit volwassen zullen worden, maar Anna reageert niet. Hij beseft dat ze gevangen zit in het huis en met iemand anders meegaan is haar enige ontsnappingskans. Ze heeft hem gebruikt, Jonas voelt zich bedrogen, maar besluit toch om met haar mee te gaan. Het hele huis begint in te storten en de twee vluchten net op tijd het huis uit. Jonas komt elke kamer van het huis binnen, behalve de negende.

Een gestructureerde samenhangende puinhoop

Doorheen het verhaal lopen de twee werkelijkheden als takken van een boom door elkaar. Enerzijds hebben we de kamers van het sprookjesachtige en onwerkelijke huis en anderzijds de momenten waarin Jonas wakker wordt in het ziekenhuis omringd door zijn gezin. Dit alles maakt het verhaal soms wat verwarrend, het wordt als maar moeilijker en moeilijker om de twee van elkaar te onderscheiden, wat is echt en wat niet. De abrupte sprongen doen je wel vermoeden dat de ervaringen die Jonas in het feeërieke huis heeft, een fabricage van zijn eigen verbeelding zijn. Of hij zich de gebeurtenissen effectief al dan niet inbeeldt blijft tot op het einde van het boek een onbeantwoorde vraag. Maar de combinatie tussen Jonas’ eigen weelderige fantasie, de beschrijving van zijn ziekte en tijd in het ziekenhuis impliceren dit wel. Zoals Edo en Ode die hem willen opereren, net zoals de dokters in het ziekenhuis, Anna die naast hem ligt en het eten dat een verdovend of narcotiserend effect op hem heeft. Bovendien confronteert het huis hem ook meermaals met een toekomst die hij denkbaar niet zal mogen meemaken.

Het boek bestaat is zijn geheel uit twee delen, ‘Het fundament’ en ‘Het huis’, waarbij de hoofdstukken in die tweede zijn opgedeeld in de negen kamers van het huis.
Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van een toeschouwer, maar één die enkel weet wat Jonas voelt of denkt.  
 

Rauwerda schrijft in een beeldende stijl met bloemrijke metaforen en virtuoze woordgrapjes. Waarbij bijvoorbeeld de hoofdpijn van Jonas omschreven wordt als "een sluipwesp die zich in zijn hoofd genesteld heeft en voortdurend onverwachte steken toebrengt”. Maar ook met subtiele en minder subtiele intertekstuele fragmenten. Zoals de woordgrapjes van Edo en Ode die sterk overeenkomen met die in Hugo Brandt Corstius’ Opperlandse Taal- en Letterkunde, Wieland, die sterk lijkt op de Rattenvanger van Hamelen, Anna die in een toren opgesloten zit zoals Rapunzel en de letterlijke opvoering van De kersentuin van Tsjechov in het riooltheater.

Een prachtig luchtkasteel

Ik wil graag eerst en vooral even beginnen met te zeggen dat dit boek een bepaald emotioneel gewicht had voor mij. Het boek heeft slechts 199 pagina’s en leest op zich wel vlot. Toch heb ik er redelijk lang over gedaan. Niet omdat het een slecht boek is, integendeel ik vond het over het algemeen best goed (maar meer daarover later). Neen, ik heb het boek gewoon een aantal keer moeten neerleggen omdat het soms wel wat confronterend werd. Ik ben namelijk zelf nog niet zo lang geleden heel ziek geweest, ik heb in totaal meer dan zes maanden in het ziekenhuis verbleven, heb twee keer moeten aanhoren dat de kans klein was dat ik er zou doorkomen en heb ook twee weken in coma gelegen.
In films en televisieprogramma’s wordt er vaak over patiënten in coma gezegd dat ze je kunnen horen. Dat is absoluut niet waar, maar de meeste mensen beleven wel zoiets als ‘coma dromen’, die sterk gelijken op wat Jonas meemaakt in het huis. Het zijn vaak zeer realistische maar toch onwerkelijke, beangstigende en benauwende dromen. Dromen waarvan je letterlijk niet kan wakker worden, dromen waarin je ook een onophoudelijk drang hebt om te vluchten. Dromen die je, geloof me, je hele leven blijven achtervolgen.
Ik kan me met andere woorden dus zeer goed voorstellen waar de waanideeën van Jonas vandaan komen. En moest bij het lezen af en toe toch een paar keer slikken.

Het droomachtige verhaal en de schilderachtig vertelstijl maken het boek mooi en ontspannend om te lezen (of dat zou het toch moeten zijn). Ook het idee erachter is prachtig. Maar spijtig genoeg maakt al dat het soms ook wat leeg, zoals een prachtig luchtkasteel. De personages zijn vlak en moeilijk om jezelf in te plaatsen. Je kan meevoelen met hun situatie maar dat is het dan ook, veel diepte hebben ze niet. Het lijkt alsof ze enkel tot leven zijn gewekt voor dit boek, alsof ze geen echte mensen zijn met een voorgeschiedenis. Het verhaal is wel in een hedendaagse tijd gezet maar verder is de bedeesde situatie tussen Anna en Jonas en zijn gedrag volledig utopisch voor een zeventienjarige de dag van vandaag.
Vooral bij Anna valt dit hele gegeven op. Het lijkt alsof zij enkel bestaat bij gratie van het huis en in relatie tot de mannen om haar heen.
Ze is een slachtoffer van haar autoritaire vader met een gebrek aan onafhankelijke identiteit. Allemaal op zich heel erg, en je probeert ook wel mee te voelen met haar, maar in plaats van empathie komt er een soort tragisch medelijden wanneer ze dingen zegt als “Ik heb mijn moeder niet gekend. Mijn vader negeert me. Ik heb geen familie, geen vrienden, ik kom het huis niet uit. Als ik in de spiegel kijk, zie ik een volslagen onbekende.” Bovendien zou ik er dan ook niet van verschieten als dat de echte reden is waarom Jonas, nadat hij de waarheid leerde over Anna, toch met haar meeging.

Al bij al vind ik het wel een goed boek. Met een ander thema had dit zelf een geweldig boek geweest. Maar naar mijn gevoel ging de zware thematiek niet samen met de oppervlakkigheid van de rest van het verhaal.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb