Wij - Elvis Peeters

Gepubliceerd op 27 december 2022 om 12:12

Op de kaft

"Aan het begin van de zomer trekt een vriendengroepje – vier meisjes, vier jongens – naar een viaduct voor een onschuldig experiment. De meisjes zwaaien naar de auto's terwijl ze hun rokjes steeds uitdagender optillen, de jongens kijken toe. Aanvankelijk heerst er teleurstelling over het resultaat: slechts enkele automobilisten toeteren of slingeren. Maar de volgende dag is het raak. De meisjes veroorzaken een fatale kettingbotsing."

"In deze rauwe, nietsontziende roman ontdekken acht jongeren hoe machtig hun lichaam is. Ze spelen, manipuleren, hoereren. Zelfs wanneer een van de meisjes de steeds verdergaande, perverse experimenten niet overleeft, biedt de normloosheid houvast. Tot ook die gaat vervelen."

 

Mijn lofbetuiging

Elvis Peeters heeft met Wij gezorgd voor een absolute knaller van een boek. Maar ook voor een klap in het gezicht en met momenten een licht misselijk gevoel. Van de in detail beschreven mishandeling van een kat tot een meisje letterlijk een abortus slaan, hartverscheurend en choquerend, maar toch blijf je lezen. In mijn geval neem je dat maar letterlijk, want ik heb het boek in één keer uitgelezen in een viertal uurtjes zonder pauzes. Telkens ik aan het einde van een hoofdstuk kwam, wilde ik weer verder lezen wat er nog zou gebeuren. Net zoals bij de jongeren in het boek werd het een hunkering naar sensatie. Zoals niet kunnen wegkijken bij een verkeersongeval.

Acht jongeren, de hoofdpersonages, die experimenteren met de vergankelijkheid van het leven en het nihilisme van het bestaan. Allemaal in een psychologische roman, die ook wel wat speelt met het genre Bildungsroman. Bovendien ben ik ook enorme fan van de schrijfstijl van Peeters in dit boek. Hoe alles zo nauwkeurig en in detail beschreven is. Soms misschien zelfs wat te veel detail over zaken die je je liever niet wilt inbeelden. Hoe hij gebruik maakt van de locaties, zoals de schuur in het lege veld dat symbool staat voor de zelfstandigheid en de vrijheid die de jongeren willen. En de ellenlange zinnen die Peeters maakt met veel bijvoeglijke naamwoorden en komma’s. Maar natuurlijk ook de vertelstijl van het naamloze hoofdpersonage. Hoe hij de lezer aanspreekt met soms nogal vreemde opmerkingen. Zoals op pagina 19 waar hij zegt: “we waren jong, niet pervers”. Waarna de vijf volgende pagina’s in detail beschrijven hoe ze aan groepsverkrachting doen met een kat en in essentie moord met voorbedachte raden plegen met hun geslachtsdelen. Waarop ook nog een volledig hoofdstuk volgt waarin ze een meisje folteren met wespensteken in al haar intieme delen. Ook het vooruit- en achteruitspringen in de tijd was een interessant aspect. Het hoofdstuk Wesp komt bijvoorbeeld als vierde aan bod in het boek maar eigenlijk hoort dat stuk ergens thuis rond het zestiende.

 

Toch nog wat excentrieke opmerkingen

In zijn geheel een enorm goed geschreven en gebracht boek. Maar toch had ik een aantal opmerkingen die misschien eerder wat vreemd kunnen overkomen. Net omdat het een spel werd van hunkeringen naar sensatie, had ik het soms wat moeilijk met het evenwicht ervan. Sommige stukken waren namelijk vrij choquerend  niet dat ik gechoqueerd was maar de kwestie was dat wel  en andere waren in vergelijking dan weer nogal flauw. Zo ging het van anekdotes over het misbruiken en vermoorden van een onschuldige kat of het spelletje ‘wie raad het voorwerp in zijn of haar geslachtsdeel’, naar vertelsels over koperen buizen, caravans en meisjes die moegeneukt waren. Wat allemaal in perspectief is natuurlijk, want ook die laatste waren niet volkomen onschuldige zaken. Maar als we de eerste paar hoofdstukken waar we het woord ‘kut’ minstens twee keer per alinea tegenkomen, vergelijken met de laatste hoofdstukken, waar dat nog slechts een tweetal keer per hoofdstuk is, voelt dat voor mij toch wat onverdeeld. Al was er ook geen enkel moment dat ik echt uit het verhaal genomen werd, en dat is al een prestatie op zich.

Ook blijf ik toch een beetje op mijn honger zitten bij de belofte die de kaft doet. Zoals hierboven al vermeld lezen we daar: ”In deze rauwe, nietsontziende roman ontdekken acht jongeren hoe machtig hun lichaam is. Ze spelen, manipuleren, hoereren. Zelfs wanneer een van de meisjes de steeds verdergaande, perverse experimenten niet overleeft.” Dat de roman over acht jongeren gaat die experimenteren is een feit, daar valt niet over te twisten. En dat die experimenten steeds verdergaan en van een nogal perverse aard zijn is ook geen onware uitspraak. Maar dat Femke, het meisje in kwestie, sterft aan een van die experimenten is niet helemaal wat er gebeurd. De jongeren spelen opnieuw het spelletje ‘wie raad het voorwerp in zijn of haar geslachtsdeel’, waarbij Femke aan de beurt is om naakt te knielen met een blinddoek om. Thomas mag op zijn beurt het voorwerp inbrengen: een ijspegel. Femke verschiet en stoot haar hoofd hard genoeg tegen de boom voor haar dat ze een schedelbreuk oploopt. Eerst en vooral wist ik op dat moment al dat ze zou sterven. De jongeren beschrijven een doffe krak van haar schedel waarna er bloed uit haar neus en oren loopt. Altijd een slecht teken! Maar haar dan ook nog eens verplaatsen was helemaal niet slim. Elk weldenkend mens zou toch moeten weten dat dat meer kwaad dan goed kan doen. Maar dan openen we natuurlijk weer een discussie waarbij we ons kunnen afvragen of jongeren die dat soort spelletjes spelen wel 'weldenkende mensen' zijn. Spijtig genoeg krijgen we daar het antwoord naderhand niet op. Het gevolg is dan ook dat Femke in coma geraakt en enkele dagen later sterft. Maar Femke is bij deze niet gestorven aan het experiment. Ze is gestorven aan het verschieten van de koude ijspegel. En dat bewijs volgt later ook wanneer de jongeren tot tweemaal toe een plausibele, weliswaar verzonnen, verklaring geven aan de ambulanciers en de politie. Eerst vertellen ze dat Femke was gestruikeld over een wortel van de boom en vervolgens met haar hoofd tegen de boom was gevallen. Een perfect acceptabele verklaring aangezien eerder werd verteld dat Femke diezelfde wortel vasthield terwijl ze knielde. Later wordt dan gezegd dat Thomas de ijspegel enkel tegen haar bil hield en dat Femke door het verschieten tegen de boom botste. Opnieuw een geloofwaardige uitleg. Femke kan dus op tientallen manieren verschoten zijn, maar het punt blijft, ze is gestorven omdat ze tegen een boom aangebotst is met haar hoofd. En hoe is ze tegen die boom aangebotst? Door te verschieten. Het perverse experiment is dus geen directe oorzaak van dat gevolg.  

Bovendien had ik soms ook wel een beetje het gevoel dat het verhaal niet helemaal af was. Het boek eindigt met een scène waarin een hond niet afgemaakt wordt begrijp mij niet verkeerd, dat is goed maar in vergelijking met het lot van de kat een beetje afwijkend. En een ochtend in de schuur waarop men te verveeld was om te neuken, wat ook wat vreemd lijkt in de schaduw van de eerste hoofdstukken. De spanningsopbouw was naar mijn gevoel dus voor de laatste paar hoofdstukken eerder een anticlimax.
Maar aangezien het boek afsluit met ‘de wereld ligt aan onze voeten’, kunnen we ook concluderen dat het eerder een afsluiting is van rebellerende puberale tijden. Zoals, het is mooi geweest, maar nu gaan we verder. Al wekt dat opnieuw de vraag op of dat wel zo goed is voor de apotheose, of misschien beter geschikt voor dit door seks en macht besmeurde boek: de climax.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb