Bijna duizend nieuwe woorden, alleen uit het Engels - Het Nieuwsblad

Gepubliceerd op 8 maart 2022 om 14:35

"De nieuwe Dikke van Dale kleurt opvallend internationaal. Met bijna duizend nieuwe woorden is het Engels de hofleverancier. Maar ook uit het Berbers, Japans en Turks komen invloeden overgewaaid."

"Airfryer, influencer en streetfood. Het zijn maar drie voorbeelden uit de duizenden nieuwe woorden die de Dikke Van Dale in de nieuwste editie van het woordenboek opneemt. Ongeveer 10 procent van de nieuwkomers komt uit het Engels. Om precies te zijn: 979 nieuwe woorden hebben Engelse roots."

Het artikel spreekt over de mogelijke reden waarom er zoveel Engelse woorden in de nieuwste editie van de Dikke Van Dale werden opgenomen. Waarbij er wordt gesteld dat het aan de pandemie zou kunnen liggen, aangezien we daardoor ook termen zoals social distancing, contacttracers en lockdown in het leven hebben moeten roepen. Volgens de Vlaamse hoofdredacteur van Van Dale, Ruud Hendrickx, moeten we die verklaring elders zoeken.
“Engelse woorden komen voornamelijk uit de marketing en de techniek. Nieuwe ontwikkelingen krijgen eerst een Engelse naam en soms duurt het een tijd voor we een goed Nederlands alternatief hebben. Dat lukt niet altijd. We hebben het wel over afstand houden en contactopspoorders, maar nog steeds over een lockdown.”

Maar toch merk ik zelf op dat ook die originele Engelse termen populair blijven. Zoals bij de voorbeelden van Hendrickx, we gebruiken inderdaad afstand houden of contactopspoorders, maar social distance en contact tracing zijn evengoed aanvaarde termen in het Nederlands.

“Andere talen dragen veel minder gemakkelijk bij aan het Nederlands. Als ze het doen, dan is dat vooral in de culturele en culinaire sfeer. In kookboeken duiken steeds vaker de woorden jalapeño, msemmen, Berbers voor een soort vierkante pannenkoek en matcha, een Japanse groene theepoeder, op. De Franse invloed was incontournable tot aan de Tweede Wereldoorlog. Vandaag blijft het beperkt tot sporttermen zoals baroudeur en danseuse.”

Zelf ben ik thuis opgegroeid met een gedeeltelijk Engelstalige opvoeding, en studeer zelf ook de vakken Nederlands en Engels. Ik hou absoluut van beide talen, en ze hebben ook beide hun charme. Maar toch merk ik in situaties waar ik stress heb, boos ben of mij slecht of ongemakkelijk voel, dat ik sneller naar het Engels grijp dan naar het Nederlands, zelfs voor de spellingsregels geldt dat vaak zo. In die mate dat ik aan hoe ik een tekst schrijf, de kwaliteit van de spelling en de woordkeuze, kan merken hoe ik mij op dat moment voelde. Met momenten is het zelfs zo erg dat ik via Google translate Engelse woorden moet vertalen naar het Nederlands omdat ik niet op de Nederlandse versie kan komen. Ook al beschouw ik Nederlands nog steeds als mijn moedertaal. Ik vind van mezelf op zich wel dat ik een vrij grote woordenschat heb, dus het is zeker niet zo dat ik de woorden niet ken in het Nederlands. Maar om de ene of de andere reden verstoppen ze zich soms achter de Engelse.
Kortom, ik ben wel een voorstander van gemixt taalgebruik, zolang het nog maar steek houdt.

Nederlands blijft de taal van onze identiteit. Engels geeft daar een kleurtje aan. Het is een stilistische manier voor onder meer rekruteerders of jongeren om aan te geven waar ze voor staan.”

Lees hier het volledige artikel:

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb